De specialist heeft aan het eind van de morgen gebeld over de uitslag van de echo van de schildklier.
Zoals ik eigenlijk wel had verwacht zijn er meerdere knobbeltjes (Nodules) ontdekt in de schildklier, maar geen van die knobbels ziet eruit alsof die kwaadaardig zou zijn, m.a.w. ze zijn zo goed als zeker goedaardig. Bovendien schijnen vrouwen van mijn leeftijd wel vaker last van knobbeltjes te hebben in de schildklier .
Het medicijn (strumazol) lijkt nu eindelijk zijn werk te doen , want de waarde van het schildklierhormoon FT4 is nu goed, die was 37, voor de kerst 34 , en nu 16 (moet tussen 9 en 24 zijn ) .
De waarde van het hypofyse hormoon wat de schildklier aanstuurt de TSH is nog steeds onmeetbaar laag <0.001 (moet tussen 0,4 – 4,0 ).
Om te voorkomen dat de schildklier nu te langzaam gaat werken moet ik de strumazol (medicijn) gaan halveren, en over 3/4 weken moet ik dan weer weer bloedprikken.
Het is nog steeds niet duidelijk of de knobbels de oorzaak zijn van de schildklierproblemen, of dat de contrastvloeistof (jodiumhoudend) van het buikonderzoek de oorzaak is . Voorlopig blijft het meten is weten (specialist haar woorden) omdat die bepaalde schildklierscan met contrast (schildklierscintigrafie) niet gemaakt kan worden . Als die scan gemaakt kan worden april/mei (als de contrast uit mijn lijf is) , dan pas kan ze duidelijkheid geven.
We gaan het zien allemaal, ik voel mij gelukkig niet meer zo lamlendig als dat ik mij voor de feestdagen voelde, eind januari moet manlief weer voor de APK, en dat is toch even andere koek van Kaatje.