15 jaar geleden verbleef mijn vader in een verpleeghuis in Doetinchem. Vasculaire dementie was de diagnose. De kerstdagen en de jaarwisseling was hij door gekomen, maar niet zonder slag of stoot, want het was allemaal heel zorgelijk geweest. Niemand had verwacht dat hij nog zou opknappen, maar het tegenovergestelde gebeurde. Omdat we zoveel dagen in het verpleeghuis bij mijn vader waren geweest, besloten we die dag niet te gaan. De verpleging had ons verzekerd dat het prima met hem ging, hij was zelfs weer op, en zat in de huiskamer.
Rond een uur of half 7 in de avond ,voelde het voor mij opeens niet goed om niet te gaan.
Ga dan gewoon zei manlief, wat let je pak de bus (onze Hyundai 200) en ga naar je vader toe, ik blijf wel thuis bij de kinderen. Maar na lang wikken en wegen besloot ik toch om niet te gaan, de kinderen hadden ons al genoeg moeten missen die afgelopen tijd, ook al hadden ze er totaal geen moeite mee om bij hun andere opa en oma te zijn . Sterker nog, dit was een feest voor hun. Maar ik besloot om niet te gaan.
We zaten goed en wel met de kinderen op de bank, toen de telefoon ging. Het was het verpleeghuis, en ik had de dienstdoende arts aan de telefoon met de mededeling dat mijn vader was overleden. Hij had zijn kopje koffie in de huiskamer opgedronken, en op het moment dat de verpleging zich omdraaide, om te vragen of hij nog een 2e kopje koffie wilde, was hij er al niet meer.
Op dat moment dacht ik waarom ben ik niet gegaan waarom?
Lang kon ik daar niet stil bijstaan, er moest van alles geregeld worden. De kinderen konden gelukkig bij mijn schoonouders worden ondergebracht, zodat manlief en ik mijn moeder (die nog van niets wist) konden ophalen in Doetinchem. Onderweg mijn zus en broers gebeld. Gelukkig hadden wij al een mobieltje, nou ja het ”tje” kan er wel van af, want hij was bepaald niet klein.
Aangekomen bij het verpleeghuis, was mijn vader al op zijn bed gelegd.
En toen wist ik het. Mijn vader was op zijn manier dood gegaan, net zoals hij ook altijd had geleefd., Heel gewoon, onopvallend, niks geen poespas niks geen gejammer om hem heen. Hij had zijn kopje koffie opgedronken,(als het lekker was geweest zou hij nog zijn duim hebben opgestoken),en toen is hij in alle rust gegaan.
Het onderstaande gezegde is Winterswijks en doet mij aan mijn vader denken die in Winterswijk was geboren, en daar ook zijn jeugd heeft doorgebracht.
Geluk mo’j onderweg zeuken
neet an’t ende van de weg
want daor is’t walafelopene
Goodgoan !