De opleiding bestaat al lang niet meer,en dat is maar goed ook.
De opleiding duurde 2 jaar waarvan 1 jaar theorie, een half jaar stage in een ziekenhuis,3 maanden in een verzorgingshuis (toen werd het nog een bejaardentehuis genoemd), en 3 maanden in een gezin.
Ik kan een heleboel over die stages vertellen, maar om een lang verhaal kort te maken, je werd als leerling meestal uitgebuit.
Op een gegeven moment is er zelfs een Zwartboek over de I.N.A.S overhandigd aan de toenmalige minister Van Kemenade van onderwijs en wetenschappen.
Mijn eerste stage adres was het Academisch Ziekenhuis in Utrecht (A.Z.U.).
Ik liep daar op verschillende plekken stage.
Zoals de dieetkeuken, het cafetaria (eetzaal) en de naaikamer.
Ook moest je 3 x per dag achter de lopende band staan in de centrale keuken(later werd dat 2 x).
Je begon dan ‘s morgen om 6.30 te draaien, op een theebeschuit met een kopje thee.
Je was intern, en de eetzaal ging pas later open dus van een goed ontbijt was geen sprake.
Tussen de middag werd er weer een lopende band gedraaid, met de warme maaltijd, en om 16.00u weer 1 met een broodmaaltijd tot ongeveer 17.30u
En dat voor 50 gulden in de maand.
In Utrecht was dat 100 gulden, maar daar moest je etensbonnen van kopen.
Op een gegeven moment liep ik ook stage op verschillende afdelingskeukens.
In mijn geval kreeg ik op een gegeven moment een afdelings-keukens toebedeeld waar je de Directeur, professoren, doctoren en anderen met hoge functies, moest voorzien van koffie en thee.
Dan stond je daar met je groene uniform en daar overheen een wit schort, en een dienblad in de handen.
Keurig netjes op de deur kloppend wachtend op antwoord.
“Binnen”, en “zet het daar maar neer”, meestal keek men niet op of om.
Zo niet bij 2 personen, namelijk bij Professor dr. Bob Smalhout, en bij Els Borst.
Prof dr. Smalhout was altijd even vriendelijk, en bedankte je ook altijd.
Maar hij stond er wel op dat je hem bij zijn titels aansprak.
Van Els Borst weet ik niet meer hoe ik haar toen aansprak.
Ik weet alleen dat ze 1 van de weinige hooggeplaatste vrouwen was die ik moest voorzien van koffie en/of thee, want het waren bijna allemaal mannen.
Ook zij was altijd vriendelijk, en bedankte je, en als je geluk had kreeg je ook nog een reep chocolade of zoiets van haar.
En dan jaren later zie je beiden terug op tv.
Beiden lid van een politieke partij die niet de mijne is.
Els Borst is landelijk bekend geworden als de minister van de euthanasiewet en de Bijlmerramp.
Ik wens haar familie en vrienden veel sterkte toe de komende tijd.