Vandaag zijn manlief 40 jaar bij elkaar .
40 jaar lang delen we al lief en leed met elkaar . We gingen al vrij snel samenwonen. Manlief huurde een kamer in een huis voor het personeel van het Psychiatrisch ziekenhuis Wolfheze samen met nog 3 anderen, en ik huurde een etage aan de Sint Antonielaan in Arnhem. De keus was dan ook snel gemaakt, we waren zoveel bij elkaar , en vonden het zonde van het geld. Dus manlief trok bij mij in. Ruimte genoeg. Maar dat vond de huisbaas minder, en hij vroeg dan ook of we op zoek wilde gaan naar wat anders, want anders moest hij vluchtroutes maken, omdat er dan 3personen in het huis woonden. Boven ons op de zolder etage woonde ook nog een meisje.
De huurbaas was een aardige man, en wij gingen dan ook op zoek naar wat anders. Dat hadden we vrij snel gevonden, in dezelfde straat aan de overkant , konden wij een zolderetage huren.
Onder ons op 1 helft van de 1e etage woonde een meisje, en op de andere helft ook een meisje.
De nieuwe huurbaas was nog bezig het pand te renoveren toen we er introkken. Overal hingen nieuwe radiatoren aan de muur, maar een verwarmingsketel kwam er maar niet. De vader van manlief zorgde er voor dat we veilig op het dakterras konden zitten, door een prachtige solide omheining van ijzer te maken.
Op 5 juni 1979 kochten we 2 ringen van witgoud, vanaf dat moment zag de familie ons als een verloofd stel, voor ons was het meer dat we er op dat moment geld voor hadden, en om een beetje van het gezeur af te zijn, want samenwonen of hokken zoals dat toen werd genoemd, was nog niet zo aanvaard.
We hadden het enorm naar onze zin op onze zolderetage met buitendeur naar het dakterras. In de zomer konden we wel zonder verwarming , geen enkel probleem . Maar in de winter moesten we van narigheid een elektrisch oliekacheltje aanzetten, wat een flinke rekening opleverde bij het GEWAB (Gemeentelijk Gas-, Electriciteits- en Waterbedrijf Arnhem ). Bovendien bleek het dak ook nog eens lekkages te vertonen. Maar onze huurbaas deed er niets op uit. Hij begon zelfs vervelend te doen. Op een dag kwamen manlief en ik thuis, en toen bleek de voordeur wagenwijd open te staan, en onze honden liepen (dat bleek later) op de Apeldoornse weg.
Een paar dagen later, zaten we bij onze benedenbuurvrouw , en hoorden we dat er op straat 2 auto’s op elkaar botsen. Toen we door het raam naar buiten keken, zagen we dat de bestelwagen die de botsing had veroorzaakt nog een keer op de personenwagen inreed en vervolgens nog een keer. In de personenwagen zat onze huurbaas, die alleen maar blikschade had , en die de auto uitstapte, en even later met de chauffeur van de bestelbus stond te praten. Vervolgens stapte die weer in het busje, en reed toen met piepende banden weg. Niet veel later belde de huisbaas aan, of we een telefoon hadden, want zijn wagen was in elkaar gereden.
Er woonden meer huurders van die zelfde huurbaas bij ons in de straat. Wij besloten samen met onze huisgenoten, eens navraag te doen wat zij voor ervaringen met de huurbaas hadden . De meesten hadden slechte ervaringen met hem. 1 oude dame die aan het begin van de straat in een bovenwoning woonde , had haar huis aan hem verkocht . Zij mocht er tot haar dood in blijven wonen. Maar vanaf het moment dat het huis was verkocht, begon het wegtreiteren. De oude dame durfde zelfs haar huis niet meer uit. Via een mandje aan een touw vanaf het balkon liet zij haar boodschappen bezorgen.
We besloten als huurders de handen ineen te slaan, en aangifte te doen, maar ja bewijs hadden we niet . Toch besloot de politie om extra te surveilleren bij ons in de staat, en ze adviseerde ons ook om een advocaat in de arm te nemen, en eventueel een kort geding aan te spannen vanwege het achterstallig onderhoud aan de woningen.
Uiteindelijk is de man zijn B.V. failliet gegaan, maar zelf leed hij er er geen centje pijn aan.
Manlief en ik zijn naar een andere woning in Arnhem vertrokken . Toen we daar goed en wel waren gesetteld (we waren nog druk bezig met allerlei dingen in huis) werd manlief ziek . Hij kreeg hoge koorts en achter elkaar kolieken. Het eerste waar ik aan dacht waren de nieren. Hij werd opgenomen in het ziekenhuis, daar werd al snel uitgesloten dat zijn nieren de oorzaak waren. Maar wat de oorzaak was. Niemand wist het , alles werd onderzocht maar een oorzaak was er niet te vinden. Ondertussen verging manlief van de pijn en ging hij door de hoge koorts er bijna aan onder door. De injecties met pijnstilling hielpen op het laatst niet meer. De artsen begonnen hem te onderzoeken op tropische ziektens, omdat toevallig een oom en tante na jaren van verblijf in Kenia weer terug waren in Nederland. Uiteindelijk toen ook uit die onderzoeken niets uit kwam, gaf manlief de moed op, en begon hij in gedachten afscheid te nemen van familie en vrienden. De verpleging (een oud collega van ons) gaf aan dat alleen ik en manlief zijn ouders nog op bezoek mochten komen.
Manlief lag ondertussen al 2 weken in het ziekenhuis, en ook ik begon de moed te verliezen . Ik had gelukkig heel veel steun van een aantal collega’s , waarvan 1 samen met zijn vriendin later onze beste vrienden werden. Ook manlief zijn arts gaf de moed niet op en besloot in overleg met mij en manlief zijn ouders een aantal onderzoeken overnieuw te doen . Tot onze grote verbazing bleek een nierbekkenontsteking de veroorzaker te zijn van alle narigheid. Toen manlief eindelijk de juiste behandeling kreeg, was hij een week later weer thuis. Ik heb in die periode vaak gedacht dat ik hem voorgoed kwijt zou raken. Nu 40 jaar later heb ik ook weer grote zorgen om manlief .
De spanning voor de uitslag stijgt met de dag.